De tijd van het filmrolletje ligt achter ons; de moderne camera is digitaal. Dit betekent dat de camera afhankelijk is van een stroombron. Niet alleen de flitser en het LCD-schermpje moeten hun ding kunnen doen, maar de hardware in de camera zelf kan niet zonder stroom. De stroom wordt, afhankelijk van het model camera, geleverd door een batterij (of meerdere batterijen), of door een accu. Zijn de batterijen of de accu leeg, dan werkt de camera ook niet meer.
Wanneer de batterij of accu leeg is, is het nodig deze op te laden. Maar wist u dat er ook stappen te ondernemen zijn om de batterij- of accuduur te verlengen? Dan duurt het langer voordat opladen weer nodig is. In deze blog nemen wij u mee langs 7 makkelijk uit te voeren handelingen die de meeste invloed hebben op de batterij- of accuduur van uw toestel.
Snel naar één van de 7 tips navigeren? Klik dan hieronder op een van de onderwerpen:
De flitser is essentieel in situaties met onvoldoende licht. De flitser staat echter vaak ingesteld op automatische modus, waarbij het gebruik hiervan afhangt van hoe de digitale camera het lichtniveau beoordeelt. Probeer dit zelf in de hand te nemen, en zet de flitser alleen aan wanneer de situatie daarom vraagt.
De meeste (moderne) digitale camera’s beschikken over een Image Stabilizer-functie (IS), ook wel Vibration Reduction (VR) genoemd. Deze functie helpt bij het fotograferen door het beeld digitaal te stabiliseren, om zo te compenseren voor de kleine bewegingen en trillingen die voorkomen als u de camera in uw handen houdt. Een handige functie, die echter door de constante werking zeer veel energie verbruikt. Overweeg zo nu en dan deze functie niet te gebruiken. Vooral bij het fotograferen op kleine afstand is deze functie niet altijd noodzakelijk, en bij het fotograferen vanaf een statief is deze functie zelfs ongewenst.
Het LCD-scherm van een digitale camera is een grote energieverbruiker. Dit verbruik kunt u op twee manieren beïnvloeden. Ten eerste kunt u op de meeste digitale camera’s de helderheid van het LCD-scherm instellen. Probeer dit zo laag mogelijk in te stellen, zonder dat de content op het scherm niet meer goed zichtbaar wordt. Daarnaast is het raadzaam om wat vaker de (analoge) viewfinder te gebruiken, het ouderwetse ‘kijkgaatje’, om de foto in positie te brengen. Dit werkt net zo goed als het framen van een foto met behulp van het LCD-scherm.
Veel digitale camera’s uit het hogere segment zijn voorzien van extra functies, zoals wifi, bluetooth en GPS. Alhoewel deze functies handig kunnen zijn, bijvoorbeeld om beelden draadloos over te zetten of om automatisch een locatie (geo-tag) aan uw foto of video mee te geven, hebben deze functies veel energie nodig. U kunt ze handmatig uitschakelen of u kunt, wanneer deze modus beschikbaar is op uw camera, gebruikmaken van de vliegmodus. Deze modus schakelt alle verbindingsmogelijkheden uit, totdat u de modus weer deactiveert.
Foto’s kunnen worden geschoten en opgeslagen in verschillende soorten bestanden. Deze verschillen onder andere in resolutie (een belangrijke factor in de beeldkwaliteit) en in bestandgrootte. Het is echter niet zo dat het grootste bestand ook altijd het beste bestand is.
Het RAW-format is zoals de naam doet vermoeden een type bestand waarbij alle informatie wordt opgeslagen, zonder dat er sprake is van compressie, zodat dit later in Adobe Photoshop of een ander programma kan worden uitgepakt en kan worden geretoucheerd. Overweeg om in het geval van minder belangrijk foto’s en spontane kiekjes, waarbij bewerking niet nodig is, de foto’s te schieten en op te slaan in JPG of TIFF-format. Dat kost minder ruimte en daardoor minder energie.
Niet elke foto heeft de potentie om de International Photography Awards te winnen; het verwijderen van minder geslaagde kiekjes is een normaal onderdeel van fotografie. Probeer het bijhouden van de bestanden die op de memory card staan echter zoveel mogelijk op de computer te doen. Het verwijderen of aanpassen van foto’s en video’s kost namelijk energie, en als u dit rechtstreeks op de digitale camera doet gaat dit ten koste van de batterij- of accuduur.
Buiten het feit dat alle batterijen en accu’s in zeer beperkte mate stroom lekken, kan het ook voorkomen dat een digitale camera wanneer deze is uitgeschakeld toch nog wat energie uit de stroombron haalt. Het is dan ook verstandig om de batterijen of de accu uit een camera te halen wanneer u deze voor langere tijd, bijvoorbeeld een week, niet gebruikt. Zorg wel dat u het klepje of het schuifje van de batterij- of accuhouder weer goed dichtdrukt. Zo voorkomt u opbouw van stof in de houder.
Heeft u andere vragen over deze tips, of heeft u zelf misschien een handige methode om langer te kunnen fotograferen? Neem dan contact met ons op. Dan kunnen we elkaar helpen.
Terug naar blog